Ik leer net zoveel van iemand die op straat leeft als van een ondernemer met een oprijlaan van een kilometer. Ik leer van iedereen iets anders, omdat iedereen iets unieks brengt, ongeacht wat je doet of waar je woont. Maar wie bepaalt er wat er meer van waarde is?
Er zijn mensen die zeggen ‘van de inhoud’ te zijn en die daarmee schermen. Ik vind dat een vorm van arrogantie die weinig respect en ruimte geeft aan wat een ander daarnaast kan brengen.
Bij mensen die het graag alleen bij de inhoud willen houden, ontbreekt vaak het gevoel bij de boodschap die ze brengen. Dat niet alleen, het mist een geleefdheid. In de media is het niet genoeg om alleen van de inhoud te zijn.
Het dubbele is dat we deskundigheid graag verpakt willen zien in diploma’s, aantal geschreven boeken, geld of roem, maar we het verhaal van de straat willen horen. En dan schuiven we aan voor een interview en rechten we onze rug alsof daarmee de diploma’s op ons voorhoofd verschijnen. Gebruiken we jargon om indruk te maken en zijn we over volledig om te laten zien dat we alles echt weten. Met als resultaat een verhaal waar het publiek geen touw aan vast kan knopen.
Wat de luisteraars en kijkers willen horen, is het oprechte verhaal. Vanuit jou als mens vertelt. Vanaf de straat, naast de koffiemachine of alsof je op het schoolplein staat. Geen masker, geen poeha, geen ingestudeerd verhaal. Bij een interview gaat het niet om het etaleren van je deskundigheid. Het gaat om jezelf te zijn en te delen vanuit jouw betrokkenheid én geleefdheid bij een onderwerp.
Toen ik begon met interviews te geven, beet ik mij vast in alle cijfers die ik te delen had. Ik dacht vooral daarmee te bewijzen deskundig te zijn op de aanwezigheid van vrouwelijke deskundigen in de media. Het strooien met cijfers leverde vaak een afstandelijke sfeer in het interview op.
Tegenwoordig neem ik de journalist mee in de twijfels die vrouwelijke deskundigen hebben als ze voor een media-optreden worden gevraagd. En toon ik ook begrip voor de ratrace waar redacties in zitten. Het menselijke verhaal is de leidraad en de cijfers geven de kaders. Het geven van interviews is daardoor veel fijner en relaxter geworden.
Dus kom uit die etalage waar je een boodschap staat te verkondigen of op een trap probeert te staan. Kom op straat staan en laat jezelf zien. Heb oog voor de kleine dingen en neem ons mee in jouw betrokkenheid en in dat wat je leeft. Dan hangen we aan je lippen en krijgen we geen theoretisch verhaal te horen of te lezen, maar een écht verhaal, recht uit het hart.
Zie je vakgenoten aanschuiven bij talkshows en vraag jij je af waarom jij niet benaderd wordt? Heb je al meerdere pogingen gedaan om in de krant te komen, maar nog zonder succes? Lukt het je niet om in contact met journalisten te komen?Stel iedere dinsdag gratis je vragen tijdens mijn Zoomlunch.
‘Ik ga naar de Action’, zegt mijn 15-jarige zoon. ‘Dan kun je iemand met het coronavirus besmetten en dat kan echt niet’, leg ik uit. Hij kijkt mij aan alsof ik gek geworden ben. Een paar weken geleden kwam ik in aanraking met mensen die achteraf gezien in haardgebieden waren geweest, daarna kreeg ik een stevige griep. Die ging weer weg en kwam weer terug. ‘Stel dat opa en oma iets in een winkel zouden aanraken wat jij hebt aangeraakt, dat je de kans loopt ze te besmetten, dat zou je toch ook niet willen?” Hij loopt weer naar binnen, hangt zijn jas weer op en verdwijnt naar zijn kamer.
Ik weet helemaal niet of ik en mijn oudste zoon het coronavirus hebben. Omdat ik niet het hele rijtje aan symptomen kon afvinken, nam ik mijn eigen klachten eerst niet serieus. Geen hoest, geen corona. Inmiddels neem ik het zekere voor het onzekere en zitten we al een tijdje in thuisquarantaine.
Freeze, fight, flight. Iedereen reageert op zijn eigen manier op de coronacrisis. Ik sprong in de vechtstand. Toen het virus nog ver weg voelde, schoot ik vooral in de verdedigingsstand. ‘Ik laat mijn bedrijf niet vernietigen’. Toen de ernst begon door te dringen, zocht ik naar mijn superwomanpak om de wereld te redden (niet gevonden overigens).
Wat ik vooral in eerste instantie steeds deed bij iedere nieuwe ontwikkeling, was gehaast zoeken naar oplossingen. Terwijl in het hebben van aandacht steeds de oplossing bleek te zitten. Zien dat mijn zoon de eerste week weg van school nodig had om te landen. En niet koste wat het kost een huiswerkschema er doorheen drukken. Maar ook aandacht in waar ik mensen via mijn werk mag helpen.
Er zijn mensen die bevriezen. Die, misschien wel zoals ik dat in het prille begin deed, voor zichzelf ontkennen wat er echt aan de hand is. Zelfs nu nog geen afstand houden, omdat ze vastklampen aan hoe de wereld eerst was. Ik hoorde ook een verhaal van iemand die letterlijk vluchtte. Die was in de auto naar het buitenland gesprongen, want hij had als zzp-er toch geen werk meer. Bestemming onbekend.
Houd het hoofd koel en je hart warm. Coach Mariette Reineke zegt dit niet alleen, maar leeft dit ook. Terwijl velen bevriezen, vechten of vluchten, herinnert ze mij eraan om niet te absorberen, maar te observeren. En in het moment aanwezig te zijn. We raakten in gesprek over hoe iedereen anders reageert en wat de angsten kunnen zijn die ook door mijn hoofd hebben gespookt en nog steeds kunnen spoken.
Eerst voelde het alsof een angst ervoor zorgde dat ik snel tot een oplossing zou komen en dat dat weer met rust beloond zou worden. Maar die rust kwam niet. Mijn intuïtie wordt verstoord als ik mij door angsten laat verleiden. En die intuïtie heb ik juist nu nodig om goed voor mijn kinderen, goed voor mijn dierbaren, goed voor mijn lieve zakelijke vrienden en vooral ook goed voor mijzelf te zorgen.
Dat laatste drukt Mariette mij op mijn hart. Mariette: “Dat is het startpunt: de relatie met jezelf. Deze tijd is een uitgelezen moment om te oefenen met observeren in plaats van te absorberen. En telkens maar weer teruggaan naar dit moment, het enige wat ons lichaam kent.” Voor mij best een uitdaging. En misschien ook wel voor jou?
Vorige week moest ik onder ogen zien dat het best wel eens kan zijn dat ik besmet ben met het coronavirus. Ik heb na de voorjaarsvakantie een training gegeven aan Brabantse en Limburgse wetenschappers die net vakantie of carnaval achter de rug hadden. In de twee weken die volgden lag ik twee keer plat met een stevige griep. De datum waarop ik mijn volgende training moest geven kwam steeds dichterbij. Ik krabbelde weer voldoende op, maar het risico dat ik anderen eventueel zou kunnen besmetten, wilde ik niet nemen. Dus verplaatste ik mijn training naar online en verdiepte ik mij in Zoom.
Door het corona-virus verplaatsen veel activiteiten van offline naar online. Zoom wordt gezien als een van de handigste tools om je vergaderingen, lessen en trainingen online te organiseren. Het is erg simpel in gebruik, maar soms moet je even over de drempel worden geholpen met wat tips. Na mijn eerste training via Zoom bedacht ik een gratis Zoomsessie te organiseren. Zou ik daar anderen misschien mee kunnen helpen? Ik vond Clara Overes en Rutger van Dalen als ervaringsdeskundigen bereid om vragen van deelnemers te beantwoorden. Dezelfde avond kondigde ik de online sessie over het gebruik van Zoom aan en de volgende dag om 14 uur zat de sessie zo vol dat ik er als host niet meer in kon. En dat is direct de eerste tip (en daarna volgen ook de andere tips die ik van meerdere mensen heb mogen ontvangen).
Tip 1: Sluit jezelf niet buiten
Als je een meeting aanmaakt, kun je verschillende opties aan- en uitvinken. Hieronder kun je zien dat ik aan had gevinkt dat deelnemers ook zonder mij al konden deelnemen.
Ik heb een Pro-account van Zoom (vaak voldoende volgens Carla) en daar zit een maximum van 100 deelnemers in. Eerlijk gezegd was ik een beetje overdonderd dat er zoveel mensen mijn initiatief om samen met Clara en Rutger Zoomvragen te beantwoorden, hadden gevonden. Direct een goede les: is de sessie openbaar en weet je niet precies hoeveel mensen gaan deelnemen? Vink de optie ‘Enable join before host’ dan uit als je de meeting aanmaakt. Het aanmaken van een meeting is heel simpel. < uitleg >
Tip 2: Heb oog voor je omgeving
Voordat je jouw online training, vergadering of andere bijeenkomst start, is het verstandig om te kijken wat anderen zien als jij in beeld komt. Heb je een onrustige achtergrond? Kan de interesse van de deelnemers afgeleid worden door iets wat er achter jou hangt of staat? Ik zet mijn banners van VIDM.nl achter mij, om de aandacht niet naar mijn huiselijke omgeving te laten gaan. Kijk ook naar het licht. Daglicht van voren of licht van boven is vaak het prettigste.
Door mijn laptop op een verhoging te zetten, komen mijn ogen op ooghoogte. Je ogen op 1/3 van boven in beeld, komt het rustigste over.
Tip 3: Houd de aandacht vast
Marco Pesch legt in zijn artikel uit hoe je aandacht vasthoudt in een virtuele omgeving. Een van zijn tips: draag een broek. Lees in zijn artikel wat hij daarmee bedoelt en leer direct van zijn andere tips hoe je de aandacht vast kunt houden.
Tip 4: Zorg voor structuur
Net als bij een offline training, les of bijeenkomst is het belangrijk om een programma te maken. Waar begin je mee, wat ga je behandelen en hoe ga je eindigen? Zorg voor een duidelijke kop en een staart en zorg dat de deelnemers weten wat ze kunnen verwachten.
Tip 5: Geluid mag niet storend zijn
Niet iedereen zal thuis zijn in het deelnemen aan een Zoombijeenkomst. Als je honderd deelnemers hebt en ze hebben allemaal hun microfoon aan staan, dan zorgen alle kleine achtergrondgeluiden bij elkaar voor een redelijk krakerig orkest waar niet overheen te praten is. Bij het aanmaken van je meeting kun je aanvinken dat alle microfoons van de deelnemers bij binnenkomst uitstaan. Daarnaast is het goed om in je introductie een paar afspraken te benoemen. Bijvoorbeeld dat iedereen die niet aan het woord is zijn of haar microfoon uitzet (mute). Het scheelt ook bandbreedte als er minder microfoons aan staan, wat de verbinding ten goede komt bij een grote groep deelnemers. Zeker als er ook mensen in het buitenland zitten. Sommige mensen vinden het prettig om met oortjes te werken. Dat is echt persoonlijk en een kwestie van uitproberen. Ik gebruik gewoon het geluid van mijn laptop.
Tip 6: Maak afspraken over het stellen van vragen
Het is belangrijk dat er een duidelijke host aanwezig is die regie houdt. Er is een chatfunctie aanwezig tijdens de meeting. Bij veel deelnemers is het handig om af te spreken dat de deelnemers vragen in de chat plaatsen. Dan kun je als host zelf een moment kiezen om de vragen te beantwoorden. Ik had de luxe tijdens de sessie over Zoomtips dat Clara en Rutger elkaar konden afwisselen met het lezen van vragen in de chat. Daardoor kon ik mijn concentratie bij de structuur houden en de inhoud bij Clara en Rutger laten. Als je leerkracht bent en je moet online lessen gaan geven, dan kan het handig zijn om iemand naast je te hebben die eventuele vragen van leerlingen uit de chat bij je neerlegt. Zodat je niet al over de stof gevlogen bent zonder de vragen te beantwoorden.
Tip 7: Houd de tijd in de gaten
De training die ik maandag online gaf (dus niet de sessie met 100 deelnemers, maar mijn eerste training via Zoom), was een uur korter dan ‘normaal’. Ik ben van drie uur naar twee uur gegaan, omdat de concentratie met een scherm ertussen meer van de deelnemers en jou als host vraagt. Ik kreeg als Zoomtip om na een half uur pauze te houden, zodat iedereen even zijn/haar ogen rust kon geven en even wat te drinken kon gaan halen. De zoomsessie met 100 deelnemers duurde in totaal een uur. Ik heb toen geen pauze gehouden. Deel gerust onder dit artikel hoe jij hier als host mee omgaat of wat jij als deelnemer prettig vindt.
Tip 8: Delen van je scherm of documenten
Het delen van je scherm of items op je laptop is een eitje met Zoom. Of het nou gaat om een powerpoint presentatie, een document, een foto of uitleg over een website. Wat vooral belangrijk is, is je voorbereiding. Zorg dat je alles van te voren klaar hebt staan, zodat je tijdens je bijeenkomst niet eerst hoeft te zoeken voordat je iets kunt delen. < uitleg >
Tip 9: Eventjes in een aparte kamer
Als je in een grote zaal zit en twee mensen willen even samen gaan zitten om samen te werken dan kunnen ze een aparte ruimte in gaan. Bij Zoom kan dat ook. Dat heet een Breakout room. Je kunt ook weer terugkomen in de grote ruimte. Als host kun je in die ruimte kijken. < uitleg >
Tip 10: Hoe nodig je mensen uit
Geen bijeenkomst zonder deelnemers. Zodra je een meeting hebt aangemaakt krijg je onderstaand scherm te zien.
Bij een gratis openbare meeting kun je gewoon de link delen in je nieuwsbrief, post of op een andere online openbare plek. Als je mensen voor hun deelname laat betalen, kun je de link na betaling in de bevestigingsmail zetten. Je kunt bij het aanmaken van je meeting ook een wachtwoord genereren. En dat alleen de mensen met het wachtwoord deel kunnen nemen. < uitleg >
De belangstelling voor de bijeenkomst en de vele berichten van mensen die teleurgesteld waren dat ze niet meer in de meeting kwamen door het maximum bereikte deelnemers maakt wel duidelijk hoe groot de vraag naar duidelijkheid is. In een tijd waar zoveel onzeker is, kunnen we elkaar in ieder geval op weg helpen door onze ervaringen en kennis te delen.
Ik bedoel hiermee niet dat alles maar gratis moet. Maar dat wat je weg kunt geven zonder failliet te gaan en waarmee je anderen kunt steunen, kan een uitgestoken hand zijn waardoor iemand weer voldoende vertrouwen krijgt om in kansen en mogelijkheden te gaan denken. Of het nou om trainers, leerkrachten, zzp-ers of mensen in loondienst gaat.
Laten we lief zijn voor elkaar. Waar velen in cruciale sectoren de benen onder hun lijf lopen en risico’s nemen om er voor anderen te zijn, kunnen wij op de achtergrond elkaar steunen door kennis en tips te delen.
Heb je aanvullingen op bovenstaande tips? Ik hoop dat je het hieronder met anderen wilt delen.
Interviews geven als je thuissituatie op zijn kop staat. In mijn vorige blog liet ik al doorschemeren dat vorig jaar een pittig jaar was. Dat jaar had natuurlijk ook een aanloop en heeft ook nog een dikke staart. Maar afgelopen jaar gaat hopelijk niet overtroffen worden qua intensiviteit. Terwijl mijn moederhart het flink te verduren kreeg, ging het werk natuurlijk gewoon door.
Zo was ik een paar maanden terug onderweg naar een
radio-interview toen ik een telefoontje kreeg van school waardoor ik eigenlijk zo
snel mogelijk om wilde keren. Realiserend dat ik op dat moment weinig kon doen
voor mijn kind, reed ik toch door. En dan sta je in de radiostudio. Niemand
daar weet wat zich allemaal thuis afspeelt. Dat je daar eigenlijk staat met
veel zorgen en verdriet. Maar je staat niet voor jezelf of voor je gezin in de
studio. Je staat er omdat je een maatschappelijke missie hebt. Of het nou gaat
om als raadslid het tekort aan toegankelijke toiletten onder de aandacht te
brengen. Of om als oprichter van Vakerindemedia.nl meer diversiteit in de media
te krijgen. Je staat er op dat moment niet voor jezelf. En hoe het met mijzelf
gaat, mag er op zo’n moment van mijzelf niet toedoen.
Het is meerdere keren voorgekomen dat ik bijna een interview
inging of een presentatie ging geven en er weer een verontrustend telefoontje
binnenkwam. Steeds kon ik op dat moment niets aan de situatie veranderen en
koos ik ervoor toch mijn werk te gaan doen. Het voelt dan soms alsof ik thuis
in de steek laat door mijn knop voor mijn werk om te zetten en te doen alsof er
niets aan de hand is.
Het geven van interviews, het delen van posts, het voelt weleens
als maar een deel van de waarheid delen. Omdat je aandacht en je hart soms voor
een veel groter deel naar thuis gaat en je dat deel vaak verbergt voor het
grotere publiek. Het leven voelt vaak als twee werelden, waarbij ik mij
schuldig voel naar de ene wereld, als ik in de andere wereld gewoon mijn werk
doe.
Tijdens een coaching vorige week werd mij de vraag gesteld of het wel klopt dat er twee werelden zijn, en of dat er niet één is. We hebben immers maar één lichaam. Mariette, mijn coach, heeft natuurlijk gelijk dat alles bij mijn leven hoort. Terwijl ik mijn knop wel om kan zetten tijdens een interview, training of presentatie, draag ik mijn schouders vaak hoog. Alsof ik meer kracht wil zetten om de zorgen op mijn schouders te kunnen dragen. Misschien gaan mijn schouders meer zakken als ik accepteer dat het er allemaal mag zijn. De privézorgen en toch ook de voldoening halen uit mijn werk. Ik ben benieuwd hoe jullie dit doen. Kunnen jullie de knop omzetten of vind je dat die knop helemaal niet nodig is?
Corona heeft inmiddels mijn eigen dilemma ingehaald en ik mag oefenen met dat alles één wereld is.
Daar stond ik. Het publiek druppelde binnen en bekenden kwamen mij snel even gedag zeggen, voordat ik samen met medeorganisator van de Vrouw in de Media Awards, Marga Miltenburg, het podium op zou gaan. En wat deed ik?
Ik verontschuldigde mij keer op keer. Niet omdat ik iemand haar naam was vergeten of gehaast was. Nee, ik verontschuldigde mij dat ik mezelf toch in een jurk maat 38 had geperst. Met zoveel mogelijk zelfspot legde ik steeds maar weer uit dat ik kennelijk in de ontkenningsfase zit dat mijn lichaam daar toch echt niet meer in past. Daarna fluisterend gevolgd met de bekentenis dat ik een pittig jaar achter de rug heb.
Terwijl de bezoekers komen voor een middagje inspiratie en vrouwelijke kracht, haal ik mijzelf eerst even volledig neer. Op de vorm. En dat terwijl ik regelmatig deel dat het zo irritant is dat vrouwen, vaker dan mannen, op vorm worden beoordeeld.
Ik beoordeel mezelf hardnekkig op de vorm. Als ik op het podium sta, ben ik in dienst van de boodschap en de inhoud en neemt mijn gedrevenheid over het onderwerp het over. Maar zodra de fotomomentjes aanbreken, gaat die antenne weer aan. Tong tegen het gehemelte (schijnt onderkin te verbloemen), een been naar voren (schijnt je silhouette slanker te maken) en je hoofd niet schuin houden (want dan kom je te lief over). En dat alles terwijl ik mij als een rollade voelde en mijn jurk alles behalve comfortabel zat. En dan heb ik het nog niet eens over mijn veel te hoge hakken die mijn voeten langzaam vermoordden.
Hoeveel vrouwen om ons heen zijn bezig met lijnen zodat ze een kleinere maat passen? Of wijzen de sporen van het leven op hun lichaam af? Als ik andere vrouwen aanmoedig het podium te pakken en zichzelf te laten zien, ben ik pas geloofwaardig als ik mezelf accepteer, en die acceptatie ook leef, zonder perfectie. In welke vorm dan ook, met of zonder rolladerollen.
Het schrijven van een opiniestuk is een mooie kans op een groter bereik. Een klein percentage van de ingezonden opiniestukken wordt echter geplaatst. Iedere krant heeft weer zijn eigen eisen. Gelukkig zijn er ook veel overeenkomsten. De belangrijkste tips voor het schrijven van een opiniestuk op een rij, zodat jouw (volgende) opiniestuk wel geplaatst gaat worden:
1. Nieuwswaarde
Hoe groter het maatschappelijk belang, hoe groter de nieuwswaarde. Hoe groter de impact van jouw onderwerp op het dagelijks leven van mensen is, hoe groter de nieuwswaarde. Ook de grootte van de groep waarop de inhoud van het opiniestuk van toepassing is, is van belang. Zzp-ers in de tuinbouw die geen arbeidsongeschiktheidverzekering krijgen, is als onderwerp zeker nieuwswaardig. Als het echter zou gaan om niet alleen zzp-ers in de tuinbouw, maar alle zzp-ers in de agrarische sector dan is de nieuwswaarde groter. Het gaat dan immers om een grotere groep.
2. Begin met een stelling Een opiniestuk moet een stelling bevatten. Begin door een kop te bedenken waar de lezer het eens of oneens mee kan zijn. Stel geen vraag in de kop. Zorg dat in je kop een veel gebruikt zoekwoord m.b.t. dit onderwerp staat. Of een woord wat al als hashtag op Twitter wordt gebruikt.
Schrijf een stelling op en drie argumenten. Gebruik concrete en actuele voorbeelden die je stuk levendig maken. Voorbeelden zorgen voor herkenbaarheid en raken mensen meer dan een theoretische uitleg. Geef antwoord op de vraag wat er door wie veranderd moet worden.
3. Onderwerp kiezen
Wil je dat je opiniestuk in een landelijk dagblad wordt geplaatst? Zorg dat je onderwerp interessant is voor een breed publiek. Een stuk over wereldvrede of onrecht zal niet snel boeien. Een stuk over waarom je geen orgaandonor zou moeten zijn, doet meer wenkbrauwen bewegen. Vergroot je kans op plaatsing door voor een deelonderwerp te gaan. Een te breed stuk wordt snel wollig en oninteressant. Laat je stuk door kritische mensen lezen die niets met jouw vak te maken hebben. Het liefst door mensen die de krant lezen waar jij het stuk naar toe gaat sturen. Als je in jouw opiniestuk reageert op het nieuws hoef je minder uit te leggen. Haak je met jouw onderwerp niet in op de actualiteit? Dan maakt je opiniestuk minder kans om geplaatst te worden. Zorg dat de context helder is.
4. Sterke openingszin
Open je opiniestuk met een verrassend voorbeeld of een pakkende metafoor. Begin je stuk niet met bekende feiten die al uitgekauwd zijn. Openen met “Terwijl hij zijn laatste adem nog moest uitblazen, werden zijn organen al verwijderd” zal de lezer nieuwsgierig maken dan “Volgens cijfers van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) is er nog altijd een tekort aan donoren”. Kijk ook kritisch naar de openingszinnen van de andere alinea’s. Nodigen ze uit om verder te lezen?
5. Aantrekkelijke schrijfstijl
Simpel gezegd begint het stuk met een stelling, daarna volgen de argumenten en je sluit af met een conclusie. Een opiniestuk is geen poëtisch hoorcollege. Een goed leesbaar stuk is geschreven in spreektaal. Alsof je het uitlegt aan vrienden die niets van jouw vak weten. Schrijven in ‘ik-vorm’ zie je soms langskomen, maar is eigenlijk alleen voorbehouden aan vaste columnisten. Voer geen campagne, maar zet de lezer op scherp. Debatteer zonder het onderwerp loodzwaar te maken. Wees niet te afstandelijk, laat gerust zien dat je bijvoorbeeld boos of bezorgd bent. Sla echter geen gefrustreerde toon aan.
Het gebruik van een metafoor, een herkenbare vergelijking, maakt meer duidelijk dan strooien met cijfers. Zorg dat de metafoor passend is en niet voor afdwaling zorgt.
Vermijd containerbegrippen zoals ontwikkeling, groei, duurzaamheid en kwaliteit. Dat maakt je tekst al snel saai en weinig prikkelend. Een opiniestuk vol nuances en verzachtende termen zal niet overtuigen en niet geplaatst worden. Heb je het stuk klaar? Hak alle zijweggetjes uit je tekst. Houd het thema centraal. Zorg dat de feiten kloppen.
6. Jouw profilering
Door het delen van een duidelijke mening en een sterke onderbouwing laat je zien dat je deskundig bent op het onderwerp. Benoem ook dat je een expert bent en toon dat aan. Als het stuk wordt geschreven door twee personen die qua achtergrond een verrassende combinatie maken, zal het eerder geplaatst worden.
7. Heb een goede profielfoto paraat Of je ook beeldmateriaal moet aanleveren, verschilt per krant. Als je jouw opiniestuk aanbiedt aan NRC Handelsblad vragen ze je om een rechtenvrije foto mee te sturen, omdat zij bij de ingezonden artikelen een portretfoto van de auteur(s) plaatsen. In nrc.next plaatsen ze weer geen foto’s van auteurs. Bij een kort stuk wordt minder snel een foto geplaatst. De redacties van opiniepagina’s ontvangen de foto’s het liefst als jpg-afbeelding met een hoge resolutie, als attachment bij de e-mail gevoegd.
8. Lengte opiniestuk Kortere stukken maken meer kans op plaatsing. Er is altijd wel een hoekje op de opiniepagina over die snel gevuld moet worden. De ruimte voor langere stukken zit verder van te voren vol. Er is ook meer concurrentie bij langere stukken. Aan een langer stuk zal de redactie meer eisen stellen op gebied van structuur, argumentatie en stijl. Een stuk van 250 woorden is een kort stuk en prima geschikt om kort te reageren op het nieuws. 500 woorden is een kanttekening bij het nieuws. Een standaard opiniestuk bevat rond de 650 woorden. Stukken die nog dieper op het onderwerp in gaan kunnen maximaal 1200 woorden bevatten. Dan spreek je van een essay die een hele krantenpagina beslaat. De kans op plaatsing is dan wel minder groot. Een essay moet, naast de perfecte opbouw, argumentatie en stijl, ook uitblinken in originaliteit.
9. Aanbieden
Bied je stuk maar aan één krant aan. Als je jouw stuk gelijktijdig aanbiedt aan meerdere kranten maak je geen vrienden bij de redactie. Maak duidelijk dat je het exclusief aanbiedt. Pas als je een ‘nee’ hebt terug gekregen van bijvoorbeeld De Volkskrant, kun je het bij Trouw gaan aanbieden.
Misschien een open deur, maar te belangrijk om niet te noemen. Is je opiniestuk geplaatst? Laat dit dan zien via social media.
Als ik tijdens een presentatie aan een zaal vol professionals vraag wie er blogt of columns schrijft, gaan er altijd maar een paar handen enthousiast omhoog. Een aantal handen blijven twijfelend halverwege steken. Een veel gehoord argument om niet of nauwelijks te bloggen, is dat de tijd ontbreekt. Vooral het beginnen aan een blog lijkt het grootste obstakel te zijn. Ook leggen veel professionals de lat veel te hoog. Dit resulteert vaak in onleesbare lange stukken en een demotivatie om een volgend stuk te schrijven. Het kan allemaal zoveel makkelijker.
Blogcursus
Toen ik begon met bloggen deed ik maar wat. Pas nadat ik een cursus bloggen bij Ellen Kleverlaan en Jeroen Kleijne had gevolgd, begon ik meer gestructureerd te bloggen. Mijn blogs hebben sinds die cursus ook meer effect. Er komen tegenwoordig opdrachten op mijn pad die daarvoor niet zonder persoonlijk contact in mijn schoot werden geworpen.
Midden in het veld
Voor mij is de tijd die het mij kost om te bloggen de investering dubbel en dwars waard. Het geeft je de kans om meerdere kanten van jezelf te laten zien. Mensen komen erachter waar je voor staat, waar jouw kennis ligt en wat jou onderscheidt van je vakgenoten. Naast de externe voordelen vind ik het ook mooi meegenomen dat het bloggen mij dwingt om altijd met beide benen in het veld te blijven staan en scherp te blijven. Waar lopen mijn abonnees tegenaan in hun persbenadering? Wat gaat er fout in het medialandschap?
Stok achter de deur
Mijn nieuwsbrief is een stok achter de deur om te bloggen. Ik gebruik een deel van mijn blog en verwijs naar de volledige blog online. Het geeft mij structuur in mijn communicatie. Investeren in een blog loont dus op meerdere manieren. Natuurlijk moet je wel met leesvoer komen waar mensen tijd voor vrij willen maken om het te lezen. En mensen moeten je blog weten te vinden.
Stelling of tips
Ikzelf schrijf twee soorten blogs. Blogs met daarin een stelling waar mensen het mee eens of oneens kunnen zijn. En blogs met tips. Een blog met een stelling maakt het meeste los . Je bereikt veel meer personen doordat er een discussie ontstaat. Moeilijk om tijd vrij te maken? Begin voor een blog met een stelling met het opschrijven van de stelling en vervolgens met het opschrijven van drie argumenten. Dat hoef je niet voluit te schrijven. Als je de kapstok maar hebt staan. Leg het vervolgens weg. Je zult zien dat de rest van je blog zich dan langzaam in je hoofd gaat vormen. Schrijf tussendoor steekwoorden op die je niet wilt vergeten.
Van stelling naar interview
Bij mij duurt het soms een aantal weken voordat een blog rijp is, maar meestal vult de inhoud van de blog zich binnen een paar dagen in mijn hoofd. Doordat de basis er al ligt, wordt het uitschrijven veel minder tijdrovend. Je leidt je stelling in, werkt in iedere alinea een argument uit en sluit af met een krachtige samenvatting. Een blog met een stevige stelling kan je ook publiciteit opleveren. Meerdere van mijn blogs vielen op bij journalisten waarop een interview volgde.
Delen op LinkedIn
Zorg dat de discussie gevoed wordt door je blog via social media te delen. De stelling van je blog kun je bijvoorbeeld als discussie in relevante linkedIngroepen plaatsen. Met daarin de kern van je argumenten en daaronder de link naar je blog. Plaats het zo dat de leden zich uitgenodigd voelen om het gesprek aan te gaan. De connecties van de personen die reageren zien weer dat een persoon reageert en zo komen nieuwe contacten bij jouw blog terecht.
Lange termijn winst door delen tips
Blogs waarin je tips deelt is voor de lange termijn handiger. Handig, omdat je kunt laten zien waar je expertise ligt. Het maakt daarnaast je blog beter vindbaar voor zoekmachines. En het geeft je de mogelijkheid om bij vragen naar je blog te verwijzen. Bijvoorbeeld als iemand een vraag in de Vakerindemedia Facebookgroep heeft over het schrijven van een succesvol persbericht kan ik makkelijk verwijzen naar mijn blog ‘Vijf meest gemaakte fouten in persberichten’.
Naslagwerk voor vragen
Er zijn genoeg mensen die blogs met waardevolle tips graag delen met hun netwerk, waardoor je nieuwe mensen bereikt. Daarnaast bouw je een handig naslagwerk op waar je naar kunt verwijzen als je iemand even snel verder wilt helpen. Willen ze advies op maat, dan kunnen ze altijd aanschuiven bij een Rond de Tafel sessie.
Geen zijweggetjes
Probeer in beide soorten blogs het onderwerp zo smal mogelijk te houden. Je kunt beter een deelonderwerp kiezen en die levendig maken met voorbeelden. Dit spreekt meer aan dan een langdradig stuk te schrijven waarin je alle zijweggetjes meepakt en mensen verdwalen. Bij een blog met tips kies je eerst een deelonderwerp en daarna schrijf je kernwoorden op van de tips die je wilt delen. Als je de tips compleet hebt, kun je beginnen aan het uitschrijven.
Dubbel posten
Natuurlijk heeft het schrijven van een blog geen zin als die niet gevonden wordt. Ik post mijn blog op De Ondernemer, onder mijn profiel op Vakerindemedia.nl en op deze sprekerssite. Ik verander de content iets, waardoor het voor zoekmachines unieke content blijft. Als je jouw blog gaat dubbelposten dan is het goed om je af te vragen op welke plek je jouw belangrijkste doelgroep treft. En waar je eventueel opvalt voor journalisten.
Maak je blogs niet te lang, want dit nodigt niet uit tot lezen. Dat is voor mij nog mijn belangrijkste leerpunt (zoals je kunt zien). Streef niet naar honderd procent perfectie, maar naar een manier die bij jou past. Hoe meer je blogt, hoe makkelijker en leuker het wordt.
Als een vrouwelijke professional in haar profilering haar kinderen erbij haalt, dan frons ik mijn wenkbrauwen van teleurstelling. De nieuwe trend is zoveel mogelijk jezelf zijn. Mensen doen immers geen zaken met bedrijven, maar met mensen. Jezelf zijn als professional betekent echter niet dat je in een zakelijke omgeving kostbare profileringsruimte op moet geven om je thuissituatie te belichten. Vrouwen die serieus genomen willen worden vanuit hun professie, moeten hun moederschap niet mengen met hun zakelijke profilering.
Laatst gaf ik een presentatie in Noord-Holland. De persoon die de organisatie had geadviseerd om mij te boeken had al mijn blogs van de afgelopen jaren uitgeprint. Ze gebruikte het als boek en is door de tips uit mijn blogs op te volgen vaker en beter in de media gekomen. Ze is nooit een betalende klant geworden en had tot die tijd gratis kennis getankt.
Doordat ze zo blij was met de tips, zorgde ze echter wel voor veel mond-tot-mondreclame en uiteindelijk voor een presentatieklus. Gratis kennistankers leveren altijd iets op. Maar waar ligt de scheidingslijn tussen gratis kennis weggeven en iets terugvragen voor je kennis? Continue reading →
Je leert het meest van de fouten die je maakt. Als je geen fouten durft te maken, vertraag je je ontwikkeling. Allemaal mooi en waar. Ik voel me echter vooral knap beroerd als ik een fout maak. Helemaal als ik een fout maak in mijn contact met journalisten en redacteuren. Van mijn drie allergrootste blunders maakte ik er twee in mijn begintijd. Helaas maakte ik de derde vorige week. Continue reading →