Het is de wettelijke taak van de publieke omroep om een goede afspiegeling van de samenleving in de programma’s te laten zien. Van alle gasten aan tafel is echter 77 procent man. Uit eigen onderzoek van de publieke omroep (NPO) blijkt dat de omroep de wet niet naleeft. Toch volgen er vanuit Den Haag geen sancties of richtlijnen voor verbetering. We onderzochten jouw mening.
Eerder belonen dan straffen
‘Er moet een quotum komen voor het percentage vrouwen aan het woord bij programma’s van de publieke omroep’, vindt 25 procent van de deelnemers aan het onderzoek. Financieel straffen, indien het de publieke omroep niet lukt om een goede afspiegeling te laten zien, vindt 16 procent een goede maatregel. Meer mensen vinden echter dat de publieke omroep financieel beloond (22 procent) moet worden indien het wél lukt om een goede afspiegeling te laten zien. 25 procent vindt het tijd voor een quotum voor het percentage vrouwen op beslissende posities bij de publieke omroep.
Maar er zijn ook deelnemers die de discussie naast zich neer leggen. Een kleine 21 procent vindt dat de publieke omroep niet verplicht zou moeten zijn om een goede afspiegeling van de samenleving in de programma’s te laten zien.
Vrouwen eerder voor
Vrouwen zijn eerder voor quotum 32 procent van de vrouwen tegenover 12 procent van de mannen is voor een quotum voor het percentage vrouwen aan het woord bij programma’s van de publieke omroep. Ook voor een quotum voor het percentage vrouwen op beslissende posities bij de publieke omroep zijn meer vrouwen (31 procent) dan mannen (15 procent). Dat 32 procent van de mannen tegenover 15 procent van de vrouwen vindt dat de publieke omroep niet verplicht zou moeten zijn om een goede afspiegeling van de samenleving in de programma’s te laten zien, is dan ook weinig verassend.
Hoe hoger de opleiding, hoe meer mensen er voor een quotum zijn. Ondernemers (29 procent) vinden het belangrijker dan mensen in loondienst (19 procent) dat er een quotum komt voor het percentage vrouwen dat bij programma’s van de publieke omroep aan het woord komt.
Kennis delen via social media belangrijker
De deelnemers vinden het delen van kennis via social media (68 procent) meer vanzelfsprekend dan kennis delen met journalisten als het betreffende vakgebied in het nieuws is (55 procent).
Ondernemers zien het delen van kennis via social media eerder (81 procent) als onderdeel van hun werk dan mensen in loondienst (50 procent). Ook het delen van kennis met journalisten wordt door ondernemers eerder (70 procent) als onderdeel van hun werk gezien dan door mensen in loondienst (37 procent).
Profilering via de media
Vrouwen (77 procent) vinden ‘jezelf in de media profileren’ vaker dan mannen (64 procent) goed voor je marktwaarde. ‘Investeren in mediacontacten (journalisten) is investeren in je carrière’, zegt 49 procent van de vrouwen tegenover 34 procent van de mannen. Kennis delen met het publiek via de media als het betreffende vakgebied in het nieuws is, zien meer vrouwen (69 procent) dan mannen (54 procent) als een belangrijke kans om zichzelf zakelijk te profileren.
‘Mijn kennis delen met het publiek via de media als mijn vakgebied in het nieuws is, zie ik als een belangrijke kans om mijzelf zakelijk te profileren’, zegt 44 procent van de mensen in loondienst tegenover 78 procent van de ondernemers. Slechts 6 procent vindt dat jezelf in de media profileren alleen belangrijk is voor ondernemers en directeuren. Echter, 24 procent van de mensen in loondienst tegenover slechts 7 procent van de ondernemers zegt dat jezelf in de media profileren voor hem/haar geen zakelijke toegevoegde waarde is.
Wanneer zeggen we ‘ja’ tegen publiciteit
Als mensen worden gevraagd om een interview te geven vanwege de aanwezige vakkennis m.b.t. een bepaald onderwerp, zegt 75 procent ‘ja’ ongeacht het medium (tv, radio, geschreven pers, internet). Het verschil tussen vrouwen (77 procent) en mannen (73 procent) is hierbij vrij klein. Het verschil tussen mensen in loondienst (65 procent) en ondernemers (84 procent) is groter. 11 procent van de mensen in loondienst zegt alleen ‘ja’ tegen de geschreven pers en internet. Bij ondernemers ligt dit percentage op 5 procent.
Eigen initiatief Een vrij klein deel benadert zelf actief de betreffende redacties als het vakgebied in het nieuws is. Slechts 17 procent ziet het screenen van kranten, om te kijken of er ergens op in te spelen valt, als onderdeel van zijn/haar werk.
Persberichten
Er worden wél persberichten verstuurd (21 procent). Vrouwen sturen vaker (26 procent) persberichten dan mannen (11 procent). En ondernemers (28 procent) sturen vaker persberichten dan mensen in loondienst (13 procent). 38 procent zegt nooit redacties te benaderen. Bij mensen in loondienst ligt dit percentage zelfs op 50 procent tegenover 31 procent bij ondernemers.
Drempel
Vrouwen staan meer open voor publiciteit, maar ervaren ook meer drempels. ‘Ik zou wel (meer) in de publiciteit willen komen, maar vraag mijzelf af of ik mijzelf goed genoeg zou kunnen profileren’, zegt 31 procent van de vrouwen tegenover 14 procent van de mannen. Van de vrouwen zegt 31 procent te weinig in de media te komen door tijdgebrek om hier aandacht aan te kunnen besteden. Bij mannen ligt dit percentage op 19 procent. Mannen (29 procent) zeggen eerder dan vrouwen (14 procent) dat ze alleen in de publiciteit willen komen als ze gevraagd worden.
Invloed crisis
39 procent geeft aan dat het belang om zichzelf in de media te profileren voor zijn/haar carrière is toegenomen door de economische crisis. Voor ondernemers ligt dit percentage op 46 procent tegenover 26 procent van de mensen in loondienst.
Op de vraag of het belang van publiciteit voor het bedrijf waar mensen voor werken is toegenomen door de economische crisis, antwoordt 51 procent ‘ja’. In dit geval is het verschil tussen ondernemers (53 procent) en mensen in loondienst (50 procent) een stuk kleiner.
Samenvatting conclusie
Vrouwen vinden het belangrijker dan mannen dat er maatregelen genomen worden om meer vrouwen in de media aan het woord te krijgen. Dat is ook logisch aangezien mannen prima vertegenwoordigd worden en geen minderheidsgroep in de media zijn. Maar ook mensen met een hogere opleiding en ondernemers staan relatief gezien meer open voor maatregelen dan mensen met een lagere opleiding en mensen in loondienst.
Ondanks dat maar 6 procent vindt dat jezelf profileren alleen belangrijk is voor ondernemers en directeuren, komt uit het onderzoek duidelijk naar voren dat het profileren in de media bij mensen in loondienst minder prioriteit heeft. Mensen zien het belang van publiciteit voor het bedrijf waar ze voor werken wel, maar mensen in loondienst zien zichzelf niet als publiciteitskans voor het bedrijf.
Social media zijn meer geaccepteerd als onderdeel van het dagelijkse werk dan het onderhouden van contacten met journalisten en het genereren van publiciteit. Aangezien veel journalisten op Twitter actief zijn, kan dit er alsnog voor zorgen dat mensen via deze weg meer in de publiciteit komen. Vrouwen hechten meer waarde aan de kansen die publiciteit biedt dan mannen, maar ervaren ook meer drempels. Zo geven vrouwen vaker dan mannen aan dat ze tijdgebrek en twijfels over profilering hebben.
Driekwart van de deelnemers zegt ongeacht het medium mee te werken als hij/zij voor een interview wordt gevraagd. Vrouwen staan meer open dan mannen om zelf het initiatief te nemen om in de media te komen. In praktijk is dit te zien aan het aantal persberichten dat vrouwen sturen. Maar naast het versturen van persberichten wordt er door zowel mannen als vrouwen relatief beperkt omgegaan met de kansen die de actualiteit (het nieuws) biedt om vaker in de media te komen. Aangezien het inspelen op de actualiteit verhoudingsgewijs meer kans biedt op publiciteit dan het verzenden van een persbericht, valt hier nog veel te winnen. Dit biedt tevens kansen voor vrouwen om de ongelijke man/vrouw-verhouding in de media recht te trekken.
Dit gegeven, gecombineerd met een maatregel om ook redacties uit hun comfort zone te halen en meer nieuwe mensen een stem te geven, kan ervoor zorgen dat een betere afspiegeling van de samenleving in de media sneller dichterbij kan komen.